Kind en Gezin hanteert al een aantal jaar een eigen meetinstrument van kansarmoede. Het is een wetenschappelijk onderbouwd cijfer dat rekening houdt met allerlei kansarmoede-indicatoren (werk, huisvesting, gezondheid, enz.). Het specifieke is dat Kind en Gezin via de eigen begeleidsters ieder jaar opnieuw kan scoren bij gezinnen met kinderen tussen 0 en 3 jaar. Dat geeft een goed beeld over de jaren heen.
Het cijfer voor 2021 vertoont een lichte, globale daling in Vlaanderen. Ondanks corona.
Voor Oostende is er een daling van 1,2% van kinderen die in een kansarm gezin leven. Dat is een goed cijfer omdat er vorig jaar ook al een daling werd opgetekend van 4%. Dat lijkt alvast positief maar de Oostendse cijfers waren in het verleden zeer hoog. Het was dan ook logisch dat de trend op een bepaald moment ging keren, mede dankzij de inspanningen van de stad. Het is nu noodzakelijk om deze inspanningen nog vele jaren vol te houden.
Stad Oostende zet ook specifiek in op kinderarmoede. Er is een netwerk van welzijnspartners dat samenwerkt om kinderarmoede aan te pakken. Deze partners verenigen zich rond het concept en de werking van de twee Huizen van het Kind. Op vlak van school, werk, taal, opvoeding, gezondheid,… wordt zeer intensief ingezet met ondersteuning, begeleiding, opvang. Maar ook nieuwe methoden zoals groepswerk en buddy-werking vinden meer en meer ingang.